Kantoor, vrijdag eind van de middag, uur of 5/half 6. Na een lange week is het ein-de-lijk bijna weekend. Langzaam aan staan de eerste collega's op, klaar voor de reis naar huis, of, waarschijnlijker in het geval van mijn collega's, naar de kroeg. Ik neem me voor vandaag eens níét de laatste te zijn die weggaat.
Nee, deze week heb ik het allemaal voor elkaar. Productief ben ik al een paar uur niet meer geweest, dus dat gaat dat laatste kwartier ook echt niet meer gebeuren, en andere afdelingen schijnen zich voor de verandering ook koest te houden zo vlak voor het weekend. Ik denk nog even 10 minuten aan belangrijke dingen, zoals of ik Chinees of Indiaas zal halen op weg naar huis, beantwoord wat emails zodat het lijkt of ik wat doe en wil dan de boel gaan afsluiten. Mijn baas is naar huis en niks staat mijn vrijheid meer in de weg. Het is zelfs nog licht buiten - ik krijg er helemaal zin in. Ik kan de Kip Korma (Indiaas besloten, dus) al bijna proeven.
Net als ik één van onze systemen wil afsluiten, zie ik een foutmelding. Ik moet mijn system administrator waarschuwen want die moet contact opnemen met technical support, staat er. Nou, even een snel mailtje naar de systeembeheerder dan maar, en dan écht weg. Terwijl ik op de knop voor een nieuw bericht klik in Outlook valt ineens, met gepaste vrijdagmiddagvertraging, het kwartje. Die system administrator waar ze het zo nonchalant over hebben..ben ík.
Een fractie van een seconde twijfel ik. Inmiddels is iedereen al naar huis. Zal ik net doen alsof ik die notificatie nooit gezien heb? Alles lijkt het nog gewoon te doen. Maar dan krijg ik hetzelfde bericht nog eens. En nog eens. Zuchtend pak ik de telefoon en bel ik support. Gewoon even snel, voor de zekerheid. Om 9 uur stap ik het Indiaas restaurant binnen voor mijn afhaal.
Dan kom je thuis. Na een lange dag op kantoor, en de langste week van de wereld. Toe aan niks anders dan een lekkere maaltijd, even chillen, en op tijd naar bed. Dan steek je de sleutel in het slot en blijkt de deur ineens dubbel op slot.
Dat doe ik nooit. Ik draai de sleutel altijd maar één keer rond.
Ik probeer terug te denken aan vanmorgen. Had ik misschien veel haast? Was ik er misschien met mijn hoofd niet bij en heb ik misschien toch ongemerkt die sleutel een extra rondje laten maken? Nee. Ik weet het zeker. Dit heb ik niet zelf gedaan, dus is er terwijl ik aan het werk was iemand in mijn huis geweest.
Ik vergeet mijn korma, en mij pre-chill bui, en mijn hart klopt in mijn keel. Geirriteerd omdat het niet de eerste keer is en tegelijkertijd op mijn hoede omdat je maar nooit weet ga ik mijn huis binnen. Alert op alles wat maar een beetje anders lijkt. Ik haat onverwacht bezoek als ik wél thuis ben, laat staan als ik er niet ben.
Ik weet wel wie het is. Tenminste, bij eliminatie moet het mijn huisbazin zijn. En natuurlijk was het nét een rommel. Voordeel is wel dat ze er niks van kan zeggen, want dan wéét ik dat ze in mijn huis spiekt. Om raadselachtige redenen altijd op vrijdag trouwens.
Ondertussen zijn we uren verder, en ben ik nog steeds achterdochtig en alert, en bij elk geluidje slaat mijn hart een keer over en schiet in een meter de lucht in van de schrik.
Dus, nu is het genoeg. Ik heb me erin verdiept en weet zeker dat ik zelf mijn slot kan vervangen. Ik heb het zelfs al even (om te kijken of ik het kon :D) uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Dat staat dus voor maandag op het programma. En stiekem kan ik niet wachten tot ze weer probeert binnen te komen en er gewoon niet in komt. En ook dán kan ze er niks van zeggen. Ze heeft hier immers niks te zoeken. Stom wijf.
vrijdag 27 november 2009
dinsdag 24 november 2009
Zorgenkindjes
Ik heb geen kinderen. Jammer vind ik dat vaak. Al sinds ik me kan herinneren zag ik mezelf namelijk als moeder. Als kind was ik altijd met mijn poppen in de weer, en op redelijk jonge leeftijd begon ik al met groot plezier met oppassen op verschillende kindjes. Nu ik 30 ben en steeds meer mensen van mijn leeftijd om me heen kinderen krijgen of al hebben, vind ik het soms wel eens zuur. Opmerkingen als "jij moet echt moeder worden, je bent zo leuk met mijn kinderen" steken ook wel eens. Lekker makkelijk gezegd. Maar soms heb ik op een realistisch moment wat tegen-gedachten en realiseer ik me bijvoorbeeld dat ik volgens mij nooit meer zou slapen van de zorgen, als ik kinderen zou hebben. Every cloud...
Anyway, bij gebrek aan kinderen, of eigenlijk gewoon voor de gezelligheid, heb ik wél 2 katten. En ook dáár maak ik me zorgen om. Een van de twee hoeft nog maar een keer per ongeluk schor te miauwen en ik ben al bang dat het een aflopende zaak is. Groot was dan ook mijn schrik toen ik mijn jongens ophaalde toen ik terug kwam van vakantie (ja, daar wil ik trouwens nog steeds ook nog een keer een logje aan wijden) en de kleinste ineens aan het hoesten was.
Nou is mijn kleinste, Weazle (naar Catweazle, ja, hebbie 'm?), nogal een ondeugd, en eet hij alles wat enigszins eetbaar is. Ik dacht dat er misschien daarom iets niet lekker zat in zijn keel en klopte hem, in dit stadium nog maar een pietsje ongerust, troostend op zijn borst. Toen hij de volgende dag een keer flink had overgegeven (altijd lekker wakker worden) bevestigde dat mijn theorie, dacht ik dat het nu wel over zou zijn en ging ik met een gerust hart naar mijn werk.
Niets bleek minder waar. Toen ik 's avonds thuis kwam en ook mijn andere kat Rufie (voluit Rufus - zoals te zien aan gebrekkige creativiteit duidelijk niet door mij verzonnen) hoestte als een oude man die zijn hele leven zware shag heeft gerookt, maakte ik me ineens een stuk meer zorgen. Zeker toen ik hoorde dat de puppy van de vriendin waar mijn kudde tijdens mijn afwezigheid gelogeerd had een probleem met haar longen had. Mogelijk kennelhoest, of iets soortgelijks, was ik er niet gerust op. De hele meute dus maar in een bakje gepropt en naar de dierenarts ermee.
Dat eerste bezoek, daar kan ik kort over zijn, was een drama. Mijn anders zo vredelievende en zachtaardige katten veranderden eenmaal in de spreekkamer in gevaarlijke monsters from hell. De assistente werd door de dierenarts aangeraden de valkeniershandschoenen aan te trekken, en dat was niet geheel onnodig. Hoe genant. Na de diagnose (die enigszins bemoeilijkt werd door rondslaande klauwen en gillende, grommende geluiden) en de eerste injecties antibiotica en steroiden kregen we ze ook met geen mogelijkheid meer in het eerdergenoemde bakje. De dierenarts probeerde mij wat bemoedigende woorden toe te spreken en mijn katten wat vredesbrokjes toe te stoppen, maar na een half uur geen succes moesten we toch een andere oplossing bedenken om ze weer mee naar huis te krijgen. De wachtkamer liep immers ook steeds voller. Uiteindelijk kregen we 1 kat in 't bakkie en leende de dierenarts me een ander bakkie, waar we met enig geweld de andere kat instopten. Later zag ik dat boven het deurtje van het geleende bakje met sierlijke letters "Pandora" stond geschreven, wat me deed vermoeden dat dit bakje speciaal voor dit doel in het bezit van de dierenarts was.
Nou ja, goed. Diagnose: allebei een ernstige luchtweginfectie, of misschien wel kennelhoest. Cadeautje van de puppy. Voorgestelde behandeling: antibiotica injecties bij de dokter (elke avond terugkomen - haha, grapjas) en thuis een slijmoplossend middel geven.
Inmiddels zijn we ruim 5 weken verder. Vier weken lang gemiddeld 3 á 4 keer per week naar de dierenarts geweest met de hele menagerie, 2x per dag een shot slijmoplosser gegeven thuis, en als resultaat daarvan een arm vol met krauwen rijker. De jongens begonnen zich aardig thuis te voelen bij de dierenarts en zitten net zo comfortabel op de behandeltafel als dat ze nu op dit moment bij me op bed zitten. Gelukkig zijn de valkeniershandschoenen na die eerste keer nooit meer nodig geweest.
Net op het moment dat ik dacht "Dit gaat nooit meer over" en me begon over te geven aan het idee dat ik voor de rest van mijn leven elke paar dagen naar mijn dierenarts (leuke man, maar niet zó leuk) zou moeten met mijn jongens, was Weazle ineens beter. De laatste anderhalve week ga ik dus elke paar dagen met alleen Rufie naar de dierenarts, en ook daar zit schot in. We gaan de goede kant op. Vanavond begon hij wel ineens weer een beetje te hoesten, maar morgen moet ik weer terug, en hoop ik stiekem toch, zoals elke keer als ik ga, dat het de laatste keer is.
Maar mán, wat kun je je zorgen maken om je beestjes. Ik denk dat ik misschien aan die kinderen toch echt nog even niet toe ben.
Anyway, bij gebrek aan kinderen, of eigenlijk gewoon voor de gezelligheid, heb ik wél 2 katten. En ook dáár maak ik me zorgen om. Een van de twee hoeft nog maar een keer per ongeluk schor te miauwen en ik ben al bang dat het een aflopende zaak is. Groot was dan ook mijn schrik toen ik mijn jongens ophaalde toen ik terug kwam van vakantie (ja, daar wil ik trouwens nog steeds ook nog een keer een logje aan wijden) en de kleinste ineens aan het hoesten was.
Nou is mijn kleinste, Weazle (naar Catweazle, ja, hebbie 'm?), nogal een ondeugd, en eet hij alles wat enigszins eetbaar is. Ik dacht dat er misschien daarom iets niet lekker zat in zijn keel en klopte hem, in dit stadium nog maar een pietsje ongerust, troostend op zijn borst. Toen hij de volgende dag een keer flink had overgegeven (altijd lekker wakker worden) bevestigde dat mijn theorie, dacht ik dat het nu wel over zou zijn en ging ik met een gerust hart naar mijn werk.
Niets bleek minder waar. Toen ik 's avonds thuis kwam en ook mijn andere kat Rufie (voluit Rufus - zoals te zien aan gebrekkige creativiteit duidelijk niet door mij verzonnen) hoestte als een oude man die zijn hele leven zware shag heeft gerookt, maakte ik me ineens een stuk meer zorgen. Zeker toen ik hoorde dat de puppy van de vriendin waar mijn kudde tijdens mijn afwezigheid gelogeerd had een probleem met haar longen had. Mogelijk kennelhoest, of iets soortgelijks, was ik er niet gerust op. De hele meute dus maar in een bakje gepropt en naar de dierenarts ermee.
Dat eerste bezoek, daar kan ik kort over zijn, was een drama. Mijn anders zo vredelievende en zachtaardige katten veranderden eenmaal in de spreekkamer in gevaarlijke monsters from hell. De assistente werd door de dierenarts aangeraden de valkeniershandschoenen aan te trekken, en dat was niet geheel onnodig. Hoe genant. Na de diagnose (die enigszins bemoeilijkt werd door rondslaande klauwen en gillende, grommende geluiden) en de eerste injecties antibiotica en steroiden kregen we ze ook met geen mogelijkheid meer in het eerdergenoemde bakje. De dierenarts probeerde mij wat bemoedigende woorden toe te spreken en mijn katten wat vredesbrokjes toe te stoppen, maar na een half uur geen succes moesten we toch een andere oplossing bedenken om ze weer mee naar huis te krijgen. De wachtkamer liep immers ook steeds voller. Uiteindelijk kregen we 1 kat in 't bakkie en leende de dierenarts me een ander bakkie, waar we met enig geweld de andere kat instopten. Later zag ik dat boven het deurtje van het geleende bakje met sierlijke letters "Pandora" stond geschreven, wat me deed vermoeden dat dit bakje speciaal voor dit doel in het bezit van de dierenarts was.
Nou ja, goed. Diagnose: allebei een ernstige luchtweginfectie, of misschien wel kennelhoest. Cadeautje van de puppy. Voorgestelde behandeling: antibiotica injecties bij de dokter (elke avond terugkomen - haha, grapjas) en thuis een slijmoplossend middel geven.
Inmiddels zijn we ruim 5 weken verder. Vier weken lang gemiddeld 3 á 4 keer per week naar de dierenarts geweest met de hele menagerie, 2x per dag een shot slijmoplosser gegeven thuis, en als resultaat daarvan een arm vol met krauwen rijker. De jongens begonnen zich aardig thuis te voelen bij de dierenarts en zitten net zo comfortabel op de behandeltafel als dat ze nu op dit moment bij me op bed zitten. Gelukkig zijn de valkeniershandschoenen na die eerste keer nooit meer nodig geweest.
Net op het moment dat ik dacht "Dit gaat nooit meer over" en me begon over te geven aan het idee dat ik voor de rest van mijn leven elke paar dagen naar mijn dierenarts (leuke man, maar niet zó leuk) zou moeten met mijn jongens, was Weazle ineens beter. De laatste anderhalve week ga ik dus elke paar dagen met alleen Rufie naar de dierenarts, en ook daar zit schot in. We gaan de goede kant op. Vanavond begon hij wel ineens weer een beetje te hoesten, maar morgen moet ik weer terug, en hoop ik stiekem toch, zoals elke keer als ik ga, dat het de laatste keer is.
Maar mán, wat kun je je zorgen maken om je beestjes. Ik denk dat ik misschien aan die kinderen toch echt nog even niet toe ben.
zaterdag 21 november 2009
Chaos
Chaos in je huis betekent chaos in je hoofd, zeggen "ze". Ik kijk zuchtend om me heen naar mijn onopgeruimde huiskamer en vraag me af wat er eerder was. Zorgt chaos in mijn huis voor chaos in mijn hoofd, of is het andersom? Was het in mijn hoofd al een zooitje, en kon mijn huis simpelweg niet achterblijven?
Ik heb geen idee wat er eerder was, maar dat het nauw met elkaar verbonden is, merk ik duidelijk. Zowel mijn huiskamer als mijn humeur hebben een dieptepunt bereikt.
Het frustreert me omdat ik het niet begrijp: Ik woon alleen, werk veel en breng de meeste tijd die ik in mijn ieniemini huis doorbreng denk ik in bed/slapend door. Waarom is het dan toch elke keer zo'n rommel?
Het is een van mijn grootste irritaties dat ik de boel niet langer dan een halve dag aan kant kan lijken te houden, en dat mijn versgepoetste showroomflat na die halve dag niet geleidelijk steeds ietsje rommeliger wordt, maar zichzelf van het ene op het andere moment magisch in een vuilnisbelt weet te transformeren. Als het zo ineens gaat, hoe kan ik het dan ooit bijhouden?
Misschien is de chaos in mijn hoofd dan toch geen gevolg, maar oorzaak, en moet ik dát aanpakken. Maar hoe? Een huis opruimen is, in theorie, toch vrij makkelijk en vooral een kwestie van dóén. Je legt wat dingen op zijn plek, racet eens een rondje met de stofzuiger, haalt hier en daar een doekje over en gooit wat dingen weg, en dan ziet het er vanzelf een heel stuk beter uit.
Maar hoe ik een grote schoonmaak in mijn hoofd moet aanpakken...?
Andere bronnen zijn van mening dat chaos inspirerend werkt, en rommel een teken is van genialiteit. Tot ik (met mijn geniale en geinspireerde brein) bedacht heb hoe ik de boel eens goed ga oplossen, denk ik dat ik me, met een stofdoek in de hand, maar achter díe theorie verschuil ;)
Ik heb geen idee wat er eerder was, maar dat het nauw met elkaar verbonden is, merk ik duidelijk. Zowel mijn huiskamer als mijn humeur hebben een dieptepunt bereikt.
Het frustreert me omdat ik het niet begrijp: Ik woon alleen, werk veel en breng de meeste tijd die ik in mijn ieniemini huis doorbreng denk ik in bed/slapend door. Waarom is het dan toch elke keer zo'n rommel?
Het is een van mijn grootste irritaties dat ik de boel niet langer dan een halve dag aan kant kan lijken te houden, en dat mijn versgepoetste showroomflat na die halve dag niet geleidelijk steeds ietsje rommeliger wordt, maar zichzelf van het ene op het andere moment magisch in een vuilnisbelt weet te transformeren. Als het zo ineens gaat, hoe kan ik het dan ooit bijhouden?
Misschien is de chaos in mijn hoofd dan toch geen gevolg, maar oorzaak, en moet ik dát aanpakken. Maar hoe? Een huis opruimen is, in theorie, toch vrij makkelijk en vooral een kwestie van dóén. Je legt wat dingen op zijn plek, racet eens een rondje met de stofzuiger, haalt hier en daar een doekje over en gooit wat dingen weg, en dan ziet het er vanzelf een heel stuk beter uit.
Maar hoe ik een grote schoonmaak in mijn hoofd moet aanpakken...?
Andere bronnen zijn van mening dat chaos inspirerend werkt, en rommel een teken is van genialiteit. Tot ik (met mijn geniale en geinspireerde brein) bedacht heb hoe ik de boel eens goed ga oplossen, denk ik dat ik me, met een stofdoek in de hand, maar achter díe theorie verschuil ;)
maandag 2 november 2009
Reacties
Vanmorgen kwam ik er achter waarom ik ineens helemaal geen reacties op mijn blog meer kreeg. Ik vroeg het me al een tijdje af, want ik zíe jullie namelijk via google analytics wél, maar ik voelde mezelf zeer zielig dat niemand ooit meer een reactie achter liet. Nu blijkt dat het gewoonweg niet mogelijk was om een reactie achter te laten...
Enerzijds ben ik opgelucht dat het niks persoonlijks was ;) maar anderzijds...heb ik geen idee hoe ik het moet oplossen. Alle instellingen heb ik nagelopen en alles staat zoals het eerst ook stond, toen het nog wél werkte. Beetje jammer.
Het enige dat wel lijkt te werken is als ik een het reactievenster in popup plaats, dus dat heb ik nu maar even gedaan. Excuses alvast aan de mensen die zich storen aan popups, maar het moet even zo, tot iemand een gouden tip heeft hoe ik het kan fixen. Of, tot mijn gevoel van eigenwaarde weer een beetje opgekrikt is ;) Dus, laat vooral een reactie achter - of je nou een idee hebt hoe ik het kan fixen of niet!
Enerzijds ben ik opgelucht dat het niks persoonlijks was ;) maar anderzijds...heb ik geen idee hoe ik het moet oplossen. Alle instellingen heb ik nagelopen en alles staat zoals het eerst ook stond, toen het nog wél werkte. Beetje jammer.
Het enige dat wel lijkt te werken is als ik een het reactievenster in popup plaats, dus dat heb ik nu maar even gedaan. Excuses alvast aan de mensen die zich storen aan popups, maar het moet even zo, tot iemand een gouden tip heeft hoe ik het kan fixen. Of, tot mijn gevoel van eigenwaarde weer een beetje opgekrikt is ;) Dus, laat vooral een reactie achter - of je nou een idee hebt hoe ik het kan fixen of niet!
zondag 1 november 2009
Spinnen
Vroeger was ik heel erg bang voor spinnen, en hoewel ik er nog niet dól op ben, kan ik me er, sinds ik in een land woon waar kakkerlakken aan de orde van de dag zijn, toch iets minder druk om maken.
Ik zal altijd wel een mietje blijven als het gaat om "beestjes" in huis, vooral als je ze ineens opduiken op momenten of plaatsen waar je het écht niet verwacht (in bed, bijvoorbeeld), maar toen ik een paar weken geleden in herfstig Nederland was vond ik al die webben buiten voor het eerst in mijn leven écht fascinerend.
Heldhaftig kwam ik dus (toch wel een beetje angstvallig - want stel je voor dat "hij" er ineens uit springt) dichtbij om de wonderlijke creaties wat beter te kunnen bestuderen.
Ik weet dat het merendeel van de mensen in Nederland het inmiddels alweer spuugzat is, maar ik vind het toch wel mooi, herfst.
Ik zal altijd wel een mietje blijven als het gaat om "beestjes" in huis, vooral als je ze ineens opduiken op momenten of plaatsen waar je het écht niet verwacht (in bed, bijvoorbeeld), maar toen ik een paar weken geleden in herfstig Nederland was vond ik al die webben buiten voor het eerst in mijn leven écht fascinerend.
Heldhaftig kwam ik dus (toch wel een beetje angstvallig - want stel je voor dat "hij" er ineens uit springt) dichtbij om de wonderlijke creaties wat beter te kunnen bestuderen.
Ik weet dat het merendeel van de mensen in Nederland het inmiddels alweer spuugzat is, maar ik vind het toch wel mooi, herfst.
Abonneren op:
Posts (Atom)