zondag 13 december 2009

Mijn jongens

Ik dacht een tijdje geleden al dat het misschien wel leuk zou zijn om eens een foto op mijn log te plaatsen van mijn jongens. Gewoon, ter illustratie omdat ik het zo vaak over ze heb, en omdat het, inclusief schimmel en snot, toch wel een erg leuk stel is. Een foto zegt immers meer dan 1000 woorden, toch?

Ik ging aan de slag en probeerde van allebei "even" een leuke foto uit te kiezen. Klinkt als een simpel concept, maar bleek om verschillende redenen een onmogelijke taak.

Neem nou Rufie. Rufie kwam vier jaar geleden een maand bij mij logeren, omdat zijn toenmalige vrouwtje op meditatievakantie ging naar India. Ik had me bij mijn verhuizing naar Spanje voorgenomen om geen huisdieren te nemen, maar toen ze als herboren terugkwam en in haar nieuwe leven geen ruimte meer bleek te zijn voor de viervoeter waar ik inmiddels toch wel aan gehecht was geraakt, mocht hij natuurlijk blijven. Rufie heeft zich in de vier jaar dat hij bij mij is ontwikkeld van een veel te dikke, veel te luie maar hele lieve kat die weinig persoonlijkheid liet zien, naar een iets minder maar nog steeds te dikke, iets minder luie, nog veel lievere kat die bárst van de persoonlijkheid. En dat laat zich niet in 1 foto vangen.


Rufie is het best te omschrijven als een goedzak en een levensgenieter. Behalve slapen op plekken waar het niet helemaal de bedoeling is, en elke morgen om 5 uur aan de deur van mijn slaapkamer krabben tot ik wakker ben en hem binnenlaat, omdat hij bij mij wil slapen, doet hij eigenlijk nooit iets stouts. En die stoute dingen zijn eigenlijk natuurlijk alleen maar erg lief (al vind ik dat om 5 uur 's morgens vaak iets minder).

Weazle is een hele andere kat. Mager, energiek en stout. Maar tegelijkertijd een moederskindje met zijn hart op de goede plek. Hij volgt mij overal en is vooral dol op mijn handen. Die moeten aaien, of gelikt worden, maar zeker niks anders doen. Daarom is het altijd moeilijk om iets te doen als hij in de buurt is. Typen wordt me soms bijna onmogelijk gemaakt. Weazle is één brok energie, altijd. Het is daarom moeilijk om een fatsoenlijke foto van hem te maken. In tegenstelling tot Rufie, die het liefst lekker ergens ligt, rent die kleine het liefst rond, en speelt hij met alles dat je maar kunt verzinnen. Hij kan apporteren en houdt dat uren vol. Langer dan ik doorgaans, maar o wee als ik datgene dat hij mij komt brengen niet snel genoeg weer weggooi. Dan dropt hij het in mijn glas drinken of op een andere plek waar ik het niet meer kan negeren. Slim, dat dan weer wel.


Weazle spotte ik, ook ongeveer vier jaar geleden, ergens in een dierenwinkel hier in La Línea. Of eigenlijk, hij spotte mij. Ik was in de bewuste winkel om iets voor Rufie te kopen, die onverwacht dus bij mij bleef wonen. Het was een voorjaarsdag en ik had een wijde, linnen broek aan. Terwijl ik bezig was een ontzettend belangrijke keuze te maken (ik weet niet meer precies wat, maar het zal zoiets geweest zijn als "zal ik een blauw of oranje kattenbakschepje kopen?") klampte de toen nog naamloze Weazle zijn kitten-nagels in mijn linnen broek. En liet niet los. Ik ging door de knieën en daar was hij: Een veel te klein zwart ondervoed hoopje ellende met twee vieze ontstoken oogjes, en de langste pootjes die ik ooit bij een kitten had gezien. Ik heb een ontzettend zwak voor zwarte kittens, en ik smolt, maar hield het hoofd koel.

Het is tegen mijn principes om dieren zoals honden en katten in de dierenwinkel te kopen. Het houdt een industrie in stand waar ik niet achter sta, en er zijn, zeker hier, in de asiels volop katten die ik als ik zou willen veel beter in huis kon nemen. Als ik zou willen, ja, want ik wilde in eerste instantie al helemaal niet eens één kat, laat staan twee. Dus ik gaf hem een aai over zijn kopje, en ging naar huis. Met oranje schepje en pijn in mijn hart.

Een week lang heb ik elke dag aan hem gedacht, en toen besloot ik terug te gaan. Als hij er nog zou zijn én als het een mannetje was, zou ik hem meenemen, had ik bedacht. Hij zou er natuurlijk toch niet meer zijn, na een week. Maar hij was er wel, en hij bleek een hij. Nog even klein en mager en met nog viezere ogen dan voorheen. Hij was als enige over, en in het hokje naast hem zat alweer het volgende nestje. Toen ik vroeg wat hij moest kosten, vergeet ik nooit meer dat de mevrouw van de dierenwinkel met walging in haar stem zei "Die?! Die wil toch níemand?!". Ik toen alleen maar meer. Voor €14 en een ter compensatie voor het "wanproduct" aangeboden gratis voerbak en kilo kattenvoer ging ik, met mijn nieuwste aanwinst in mijn jaszak (ja, echt) naar huis.

Het was voor iedereen even wennen maar binnen een week was het alsof hij er altijd was geweest. Zijn oogjes werden met behulp van een zalfje van de dierenarts snel beter, hij at als een bootwerker en groeide als kool. Rufie bloeide op met de komst van deze kleine en al snel waren ze onafscheidelijk. Van elkaar en van mij.

En zo is het nog steeds, eigenlijk. We hebben het goed zo, met zijn drietjes.

vrijdag 11 december 2009

Schimmel

Al een meer dan een week vond er in mijn hoofd een debat plaats over waar ik mijn volgende logje, dit dus, over zou schrijven. Aan de ene kant vond ik het een blij bericht dat mijn beide katten door de dierenarts eindelijk gezond waren verklaard, en wilde ik dát delen. Het was een verademing om niet meer elke paar dagen met de hele bups door de straat te hoeven trekken, het was fijn om gewoon 's avonds na een lange dag op kantoor thuis te komen en thuis te kunnen blijven, en me niet tussen de zieke honden en katten van La Línea en -wat erger was- hun baasjes te hoeven begeven. Maar het allerfijnst vond ik dat mijn jongens zodra ze mij zagen zich niet panisch voor weer een pil, drankje of doktersbezoek onder mijn bed verstopten. De rust leek wedergekeerd en dat was wel zo prettig. Een logje waard, dacht één kant van mij.

De (of moet ik zeggen:
een?) andere kant van mij voelde zich, met name vorige week zaterdag, wat triest. Ik vind Sinterklaas altijd zo gezellig en ik miste echt helemaal de sfeer. Ik was hier in mijn eentje thuis zonder ook maar een spoor van chocoladeletter of pepernoot. Beetje jammer. In een noeste poging mezelf te ontsinterklazen, realiseerde ik me ineens wat een oplichter die goedheiligman eigenlijk is, en ik vond dat ik daar best eens een betoog over mocht schrijven. Ik bedoel, als de Sint dan toch in Spanje woont, waarom vind ik dan het hele jaar als hij hier is NOOIT wat in mijn schoen? Lief ben ik echt wel, hoor. Dat deugt toch niet? Die bisschop rammelt aan alle kanten, als je het mij vraagt.

Maar goed. Inmiddels zijn we een week verder en zijn mijn sint-sentimenten niet meer relevant, en mijn katten-euforie helaas ook niet. In het kader van Sinterklaas' terugkeer naar Spanje, en als eerbetoon aan Amerigo, heeft mijn lieve kleine Weazle namelijk een schimmel infectie. Terug naar onze inmiddels vertrouwde dierenarts- en pillenroutine. Gelukkig, ik begon het al te missen!