dinsdag 24 november 2009

Zorgenkindjes

Ik heb geen kinderen. Jammer vind ik dat vaak. Al sinds ik me kan herinneren zag ik mezelf namelijk als moeder. Als kind was ik altijd met mijn poppen in de weer, en op redelijk jonge leeftijd begon ik al met groot plezier met oppassen op verschillende kindjes. Nu ik 30 ben en steeds meer mensen van mijn leeftijd om me heen kinderen krijgen of al hebben, vind ik het soms wel eens zuur. Opmerkingen als "jij moet echt moeder worden, je bent zo leuk met mijn kinderen" steken ook wel eens. Lekker makkelijk gezegd. Maar soms heb ik op een realistisch moment wat tegen-gedachten en realiseer ik me bijvoorbeeld dat ik volgens mij nooit meer zou slapen van de zorgen, als ik kinderen zou hebben. Every cloud...

Anyway, bij gebrek aan kinderen, of eigenlijk gewoon voor de gezelligheid, heb ik wél 2 katten. En ook dáár maak ik me zorgen om. Een van de twee hoeft nog maar een keer per ongeluk schor te miauwen en ik ben al bang dat het een aflopende zaak is. Groot was dan ook mijn schrik toen ik mijn jongens ophaalde toen ik terug kwam van vakantie (ja, daar wil ik trouwens nog steeds ook nog een keer een logje aan wijden) en de kleinste ineens aan het hoesten was.

Nou is mijn kleinste, Weazle (naar Catweazle, ja, hebbie 'm?), nogal een ondeugd, en eet hij alles wat enigszins eetbaar is. Ik dacht dat er misschien daarom iets niet lekker zat in zijn keel en klopte hem, in dit stadium nog maar een pietsje ongerust, troostend op zijn borst. Toen hij de volgende dag een keer flink had overgegeven (altijd lekker wakker worden) bevestigde dat mijn theorie, dacht ik dat het nu wel over zou zijn en ging ik met een gerust hart naar mijn werk.

Niets bleek minder waar. Toen ik 's avonds thuis kwam en ook mijn andere kat Rufie (voluit Rufus - zoals te zien aan gebrekkige creativiteit duidelijk niet door mij verzonnen) hoestte als een oude man die zijn hele leven zware shag heeft gerookt, maakte ik me ineens een stuk meer zorgen. Zeker toen ik hoorde dat de puppy van de vriendin waar mijn kudde tijdens mijn afwezigheid gelogeerd had een probleem met haar longen had. Mogelijk kennelhoest, of iets soortgelijks, was ik er niet gerust op. De hele meute dus maar in een bakje gepropt en naar de dierenarts ermee.

Dat eerste bezoek, daar kan ik kort over zijn, was een drama. Mijn anders zo vredelievende en zachtaardige katten veranderden eenmaal in de spreekkamer in gevaarlijke monsters from hell. De assistente werd door de dierenarts aangeraden de valkeniershandschoenen aan te trekken, en dat was niet geheel onnodig. Hoe genant. Na de diagnose (die enigszins bemoeilijkt werd door rondslaande klauwen en gillende, grommende geluiden) en de eerste injecties antibiotica en steroiden kregen we ze ook met geen mogelijkheid meer in het eerdergenoemde bakje. De dierenarts probeerde mij wat bemoedigende woorden toe te spreken en mijn katten wat vredesbrokjes toe te stoppen, maar na een half uur geen succes moesten we toch een andere oplossing bedenken om ze weer mee naar huis te krijgen. De wachtkamer liep immers ook steeds voller. Uiteindelijk kregen we 1 kat in 't bakkie en leende de dierenarts me een ander bakkie, waar we met enig geweld de andere kat instopten. Later zag ik dat boven het deurtje van het geleende bakje met sierlijke letters "Pandora" stond geschreven, wat me deed vermoeden dat dit bakje speciaal voor dit doel in het bezit van de dierenarts was.

Nou ja, goed. Diagnose: allebei een ernstige luchtweginfectie, of misschien wel kennelhoest. Cadeautje van de puppy. Voorgestelde behandeling: antibiotica injecties bij de dokter (elke avond terugkomen - haha, grapjas) en thuis een slijmoplossend middel geven.

Inmiddels zijn we ruim 5 weken verder. Vier weken lang gemiddeld 3 á 4 keer per week naar de dierenarts geweest met de hele menagerie, 2x per dag een shot slijmoplosser gegeven thuis, en als resultaat daarvan een arm vol met krauwen rijker. De jongens begonnen zich aardig thuis te voelen bij de dierenarts en zitten net zo comfortabel op de behandeltafel als dat ze nu op dit moment bij me op bed zitten. Gelukkig zijn de valkeniershandschoenen na die eerste keer nooit meer nodig geweest.

Net op het moment dat ik dacht "Dit gaat nooit meer over" en me begon over te geven aan het idee dat ik voor de rest van mijn leven elke paar dagen naar mijn dierenarts (leuke man, maar niet zó leuk) zou moeten met mijn jongens, was Weazle ineens beter. De laatste anderhalve week ga ik dus elke paar dagen met alleen Rufie naar de dierenarts, en ook daar zit schot in. We gaan de goede kant op. Vanavond begon hij wel ineens weer een beetje te hoesten, maar morgen moet ik weer terug, en hoop ik stiekem toch, zoals elke keer als ik ga, dat het de laatste keer is.

Maar mán, wat kun je je zorgen maken om je beestjes. Ik denk dat ik misschien aan die kinderen toch echt nog even niet toe ben.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

ja, je poppenverzameling is nog steeds in je ouderlijk huis aanwezig, ik ken de namen niet meer, maar jij ongetwijfeld wel. Wat mij nogwel bijstaat is dat je perse geen negerpop wilde, terwijl ik daar in het kader van politiek correcte opvoeding wel voor was.
Ook wat katten betreft hebben we ons deel wel gehad. Meestal lieve beesten. Behalve meneer Dingemanse, wat een loeder was dat. Maar met je laatste katten erfenis, Daisy is het goed toeven. Ik hoop dat je katten gezond en wel zijn als ik kom

koos zei

anoniem moet zijn koos

Regina zei

Tjee, je zou toch echt bijna denken dat er een romance tussen jou en de dierenarts is opgebloeid, want je hebt er wel heel veel tijd doorgebracht. Maar alles voor je jongens, natuurlijk. Ik ben toch wel blij dat het nu een beetje beter gaat met ze. Misschien dat je over een niet al te lange tijd helemaal van je dierenartsbezoekjes af bent.
Ha, was jij ook zo'n goede poppenmoeder? Ik deed altijd schoolklasje en leerde ze zo allemaal schrijven, haha. Toen was ik nog braaf.
Maar wat lees ik? Wilde jij geen negerpop? Foei, zo leer je de mensen kennen, zeg ;-)